Rainer Maria Rilke

"Naast de kamerwanden bleef langs de hele
buitenmuur nog een smerige witte ruimte en
daar doorheen kroop in onzegbaar walgelijke,
wormweke, als het ware verterende bewegingen,
de open met roest bevlekte buis van het toilet.
Van de wegen die het lichtgas hadden afgelegd
waren er grijze stoffige sporen overgebleven
aan de randen van de plafonds en hier en daar
maakten ze een geheel onverwachte bocht en
kwamen de kleurige muur binnenlopen, een
gat erin, dat zwart en zonder consideratie
opengebroken was."

Rainer Maria Rilke:
Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge.

Heino



Dat was geen best voorteken. Daar bij grensovergang
Salzburg. Terwijl we onze laatste Duitse benzine
tankten en wat geld in Schilling hadden gewisseld,
stopte er een dikke BMW naast ons, met daarin twee
mannen, waarvan er één op Heino leek. Maar toen hij
uitstapte zagen we dat het de echte was. Hij wisselde
het stuur met iemand, die er uitzag als een gespierde
bodyguard. Wij waren op weg naar Israël. 's Avonds
vertrokken om overdag de Autoput te kunnen rijden.
Een kennis van me, Wolfgang, had me gevraagd of ik
zin had in een vakantiereis. Hij kende een Palestijn,
genaamd Hassan, die met een Peugeot stationcar
gevuld met handelswaar, meest elektronica, naar het
Midden-Oosten ging. Ook de auto zou hij verkopen
en genoeg winst maken om terug te vliegen.



Wolfgang had geen rijbewijs en Hassan had een
co-rijder nodig, dus hadden ze mij gevraagd.
Voordat ik ja gezegd had, wilde ik die Hassan
wel eens bekijken. Wolfgang had hem uitgenodigd
en we keken voetbal, luisterden naar reggae-muziek,
rookten een jointje ... hij leek wel oké. Alleen die
baseballpet en die donkere bril, dat waren minpunten.

Turkije

We zaten nog wat te ginnegappen over Heino, zo
van: fährt ein weisses Schiff nach Hong Kong,
komt Wolfgang met het voorstel om een benzinepot te
maken. Alleen werd niet besloten wie die zou beheren.
De chauffeur allicht. Niet ik, argeloos als ik was.
Levensgevaarlijk die Autoput, de route door Joegoslavië.
We moesten zo lang wachten voor de de Bulgaarse grens,
dat we zoals wel meer chauffeurs, op een grasstrook een
flinke tuk deden. Zelfs tijdens het slapen hield Hassan
zijn pet en zonnebril op. Vlak voor de Turkse grens,
wou hij dat ik het stuur overnam. De hele auto moesten
we uitladen, maar ik maakte me geen zorgen. De auto
stond tenslotte op zijn naam en we hadden elkaar
bezworen geen stuff mee te nemen.



In Instanbul aangekomen ging Hassan wel meteen hasj
kopen. Hij bleek hier bekend, sterker nog, hij had er
een vriendin wonen, waar hij niets over verteld had.
Jawel hoor. Nee Hassan, echt niet. Hij zou een dag
bij haar blijven logeren en wij moesten maar een hotel
nemen. Hij wist wel een goedkoop adresje. De volgende
dag wilde hij weer benzinegeld. Dat was volgens ons
nog niet op. Ja, maar zijn vriendin had medische
onkosten gehad en ... Bullshit Hassan, wij gaan op
deze manier niet met jou naar Israël. Maar de
belangrijkste reden dat we niet met hem verder wilden
was, dat toen we niet naar dat hotelletje waren gegaan,
maar in de Peugeot hadden gepit, Wolfgang had gezien
dat de auto gedeeltelijk met de kwast was geschilderd.
Ik was nauwkeuriger gaan kijken en had ontdekt dat
de voor- en de achterkant aan elkaar waren gelast.
Omgekat. Fuck Hassan. Dus stuck in Istanbul.

Istanbul

Dan maar een goedkope hotelkamer gezocht en eens
een paar restaurants uitgeprobeerd. Wolfgang was
daar wel aan toe, hij was gewoon een wandelende
maag. Onderweg hadden we voornamelijk op brood
en fruit geleefd. En ik, nu ik niet meer hoefde te
rijden, kon me aan de wijn overgeven. Ook nog
het voetbalstadion van Fenerbahce bezocht



Een optreden van de punkgroep Utang bijgewoond,
dat trouwens werd onderbroken door een opgewonden
man, die het podium opklom. Maar we konden hem
niet verstaan. Van omstanders begrepen we dat in
El Salvador bisschop Romero was vermoord. Tamelijk
veel Turken spraken wat Duits. Iedereen even stil,
Maar dan ging de muziek toch verder.



We amuseerden ons prima in Istanbul en bleven zowat
een week. De volgende bestemming lieten we van het
toeval afhangen. In een warenhuis een kaart gekocht
en daarop blind een plaats geprikt.

Iznikmeer



Op naar het Iznikmeer. Eerst met de trein naar Körfez
en daarna met de bus. Aan de oever van het grote meer
was een soort eco-camping. Begonnen vanuit een oude
touringcar, die er nog stond, was er nu een kleine
kantine gebouwd, waar de vrouw van de eigenaar
heerlijke maaltijden maakte.



Er kampeerden een paar Turkse families, wat Duitsers,
maar een boel Hollanders, die het terras voor de kantine
in bezit hadden genomen. Als gepatenteerde drinkers en
het volgende dorp mijlenver weg, zaten we dus met
die Hollanders opgescheept. Nederlanders, verbeterden
ze. En Nederlandsen. Eentje, met van die groene ogen,
deed me zelfs denken aan Lisa, een meisje dat wel
eens bij onze Wohngemeinschaft aangewaaid kwam.

Neu-Ulm

Commune? Nou nee, dat kwam zo: je kon als dertiger
toch niet meer op een studentenflat blijven wonen.
Hoewel, niet veel studeerden er nog, behalve een
paar nieuwe jonkies. Velen waren afgestudeerd en
blijven wonen of zoals ik, augestiegen. Dus hadden
nachtvlinder Sophie, kunstkenner Kuno, barvlieg
Branko en ik, Drückeberger Jupp, maar eens gereageerd
op een advertentie voor een vierkamerwoning in Neu-Ulm.



Hoewel niet goedkoop hadden we de woning toch gehuurd,
vooral omdat er een ligbad was en wij twee douches
voor veertien bewoners gewend waren. In de eerste
week dat we er woonden hadden we al meteen ruzie
met de onderburen over het volume van onze muziek.
Zo kwamen we met een ster in één van onze ramen te
zitten omdat ze met een luchtbuks op ons schoten.



De Turkse buurman aan de linkerkant meende ons te
met een groot mes te moeten beschermen tegen Branko's
landgenoten die bij ons kwamen doorzakken. We konden
hem nog ternauwernood tegen houden. In dat soort
omstandigheden was het dat Wolfgang met dat reisje
naar Israël op de proppen kwam. Wolfgang was een
vriend van Kuno en de huidige vriend van Kuno's ex-
vriendin Monica, een kunsthistorica. Ze waren van
plan gedrieën een reisbureau gespecialiseerd in
kunstreizen te beginnen.

Camping

Tot in Israël waren we dus niet gekomen. Maar eens
een weekje lekker liggen in de zon, nou ja zitten
onder het afdak van de veranda. Toen de eerste
gesprekken op gang kwamen, bleek dat de Hollanders,
een groep van een stuk of tien, ook een soort
Wohngemeinschaft vormden. Maar wel anders.
Twee of drie bleken begeleiders. Maar waarom de
rest nou begeleid werd, kon ik nog niet helemaal
durchblicken. Er dook nog een zigeuner op en
wat hasj. En wat deden we nog meer dan drinken?
Muziek maken, schaken, wat in het water liggen.
Elkaar vertellen wat de ander gezegd had. In
vele talen: Duits, Nederlands, Engels, Turks en
Hebreeuws. Eén van de Hollanders was helemaal
vol van Israël en wilde graag emigreren. We hebben
hem nog moeten verdedigen door een zeer botte
anti-semitische autowassende kano-Hollander
van de camping te jagen.



De zigeuner zag wel wat in één van de Hollandse
begeleidsters en ik moest vertalen: ik zal het doen
sneeuwen in jouw grotje. Door al die gesprekken werd
het me duidelijk wat voor soort woongroep het was.
Wezen, verstotenen en weglopers die voorbereid
werden om op den duur zelfstandig te gaan wonen.

Terug



We hadden een aantal cassettebandjes opgenomen voor
in de auto. Wolfgang hield van jazz. Dexter Gordon,
Sonny Rollins en zo. Ik had bandjes met reggaemuziek,
van snoeiharde dub tot het melodieuze Dadawah, ook zeer
geschikt voor 's nachts aan de waterkant. De muziek die
vaak in de kantine te horen was, deed ons beseffen dat
we weer verder moesten. De favoriete muziek van de
eigenaresse was: Billie Holiday. Een overdosis treurigheid.



En in plaats van verder te reizen, konden we beter aan
de terugreis beginnen, vooral gezien de financiën. Met
de bus terug naar Istanbul, dan de trein naar Plovdiv.
Vandaar zouden we proberen te liften. Dat ging tegen
verwachting erg goed, alleen waren we in Joegoslavië
van de Autoput afgeraakt en in Kraljevo terecht gekomen.
Om geld uit te sparen in de wachtkamer van het station
overnacht. Ik op drie stoelen. Wolfgang op vier. Hij
was bijna twee meter. In Turkije baarde dat opzien,
maar in Joegoslavië liepen meer van die basketballers.

Een bekentenis


Sutomore

Op een spoorwegkaart aan de muur zag ik dat we niet
zo heel ver van de havenplaats Bar waren, vanwaar
je naar Bari of Ancona kon oversteken. Wolfgang was
meteen enthousiast. Naar Bari dan, dat was niet zo
ver van Matera, een mogelijke bestemming van hun
reisbureau. Vlak bij Bar, in Sutomore nog in zee
gezwommen. Lekkere makreel gegeten in een restaurant,
waar weliswaar iemand met zijn schietijzer begon te
zwaaien, maar dat was eerder pittoresk dan bedreigend.


Matera

In Italië gingen we weer liften. Matera was echt
bijzonder. Daarna Sulmona. Toen we ergens langs
de autostrada onder Bologna moesten beslissen of
we op de Gotthard of de Brenner zouden mikken,
kwam Wolfgang met een bekentenis. Iedere keer
als hij ging bellen, had hij niet met Monica gebeld,
maar met Sophie. Hij was verliefd geworden op
Sophie en zij op hem, maar ze hadden er niemand
nog van verteld.

Oostenrijk



Monica bevond zich op het moment in Wenen,
waar zij in een of andere galerie tekeningen
van John Lennon probeerde te verkopen. Dus
als we nou via Oostenrijk zouden terugreizen ...
kortom hij had heel erg de behoefte om het
Monica te vertellen. Vooruit dan. Maar dan
konden we beter via Udine en Klagenfurt liften.
Hoe hij zich er in Wenen uitgeloeld heeft bij
Monica, weet ik niet, want hij wou mij er niet
bij hebben. Hij was daar over het algemeen
vrij goed in. Hij had zelfs nog geld van haar
kunnen lenen. Ik was ondertussen wat gaan
eten ... knödel met hachee.



Ik had toen aan de bar een vertegenwoordiger
gesproken met wie we naar Salzburg konden
meerijden. Daar namen we een taxi naar de
grensovergang, om weer te gaan liften. In de
stromende regen, maar we hadden geluk. Een
Joegoslaaf, wiens rijbewijs was ingenomen door de
douane, zocht een chauffeur. De auto had een fikse
aanhangwagen en hij was op weg naar Bremerhaven.
De douane liet hem alleen door indien hij een
chauffeur vond. Vanaf Ulm durfde hij het wel aan
om zonder rijbewijs verder te rijden. Hij moest
wel, want hij moest de volgende dag aan het werk.

The Doors of Perception

In de Wohngemeinschaft kregen we te maken met twee
koppels tortelduiven. Sophie en Wolfgang ... maar ook
Kuno ... en Monica. Monica was weer terug bij Kuno.
En Branko kwam aanzetten met een aantal LSD-trips.
Nou had ik al eerder ooit een trip genomen, op de
studentenflat nog. Samen met Sophie en Branko. Eentje
met een Donald Duck print op zo'n mini vloeipapiertje.



En dat was geen slechte trip geweest. Eerst waren we
naar het zwembad geweest, toen een partijtje midgetgolf,
een paar pils en toen hadden we 'm maar ingenomen. In
tegenstelling tot Branko en Sophie had ik me enigszins
voorbereid. Onder andere door Doors of Perception en
Heaven and Hell van Aldous Huxley te lezen.



Alles werd na ongeveer een half uur een beetje vreemd,
een beetje nieuw. Ik ging enorm zweten en moest af en
toe onbedaarlijk lachen. Niet te vergelijken met hasj.
Zelfs de gewoonste en vanzelfsprekende dingen kwamen
in een ander daglicht te staan. Muziek bleek niet te
harden zo intens. Sophie heeft uren alleen maar aandacht
gehad voor een lege steiger naast het raam. Branko en
ik gingen wat eten maken. Nou ja, dat viel niet mee.
We verloren ons totaal in de vormen. Een aardappel
schillen onthulde een of andere vorm, die er hoe dan
ook uit gehaald moest worden.

Here Comes the Sun

Uren later, alles leek eigenlijk uren later, of juist
niet ... tijd deed er niet veel meer toe ... uren later,
stond er nog geen eten op tafel, maar voedselsculpturen,
alles rauw. Een aardappelklomp, een komkommerfallus,
een gevlochten bieslook matje. Van honger was geen
sprake meer, van dorst des te meer. Door dat zweten.
Maar niet te veel alcohol. Je wilde je zintuigen scherp
houden. Gesprekken voeren was bijna onmogelijk.
Je pikte af en toe een woord op en ging daarop door
fantaseren. Daarom ben ik op een gegeven moment naar
buiten gegaan. Ging een eindje fietsen. Met een snelheid
van vierhonderd kilometer per uur een lange helling
af, toen ik merkte dat het donker was, of liever al
niet meer. In de meest fantastische kleuren begon
de zon op te komen. Ik barstte in luide oeh's en ah's
uit en begon "Here Comes the Sun" te zingen.



Ieder grassprietje langs de weg kon ik ondanks de
duizelingwekkende vaart waarnemen en niet alleen
dat. Ze hadden ook nog allemaal een andere kleur
groen, miljarden kleuren groen.

Yin Yang



Natuurlijk was ik naderhand meer gaan lezen over
psychedelica en aanverwante zaken. Castaneda,
Gurdiëff en Ouspensky. De vierde dimensie van
Rudy Rucker had me weer enigszins bij mijn positieven
gebracht. De wiskunde ervan overtrof toch vele malen
dat Ouspensky gegoochel. De tweede trip was een
zelfde soort papiertje, maar nu met een yin yang
opdruk. Sophie, Branko en Kuno deden mee. Kuno
nam een halve, en merkte niets. Sophie ging een
vriendin opzoeken. Branko ging eruit zien als een
duiveltje en ik zei 'm dat ook. Ik zag er uit als
een aap, vond hij, en vertrok toen naar het café.
Er was die avond een wedstrijd van de Mannschaft.
En onze teevee was er gisteren mee opgehouden en
ik had geprobeerd hem te repareren, maar had alle
zekeringen doen springen. Kuno ging bij Wolfgang
kijken en vroeg of ik niet mee ging. Ja, straks...
zo gauw ik me weer kon bewegen. Oeioeioei...
dit was een bad trip zeker? Alles zag er uit als in
een droom, maar dan met een werkelijkheidsgehalte
dat ik als overweldigend ervoer.

Aliens

Met heel veel moeite kon ik mijn hand bewegen.
Ik steunde op het kussen van de bank om op te
staan, maar mijn hand zakte zo'n halve meter
diep weg. Oef. De muren stonden ook niet meer
in hoeken van negentig graden. Tenminste die ik
kon zien. Want ik kon mijn hoofd niet meer draaien.
Uit het raam zag ik dat er aliens geland waren
op het dak van de bakkerij tegenover ons.



Ik herinnerde me nu ook de raad van Huxley om
een niet gebruikend iemand in de buurt te hebben.
Daar zat ik nu verlamd, alleen. Sinds de verwarring
omtrent het verstrijken van de tijd bij de vorige trip,
had ik me voorgenomen regelmatig op de klok te kijken.
Maar dat leek nu slechts een zielige manier om iets
als "tijd" bij te houden. Ik moest me zelf alles opnieuw
gaan leren. Allereerst de opkomende paniek onderdrukken.
Mezelf heel simpele opdrachten geven, en dan controleren.
Mijn nek ... voorzichtig draaien ... draaien! Nog eens ...
Nu zonk mijn hand nog maar dertig centimeter in het
kussen. Opstaan. En ik stond. Maar de kamer helde
minstens tien graden. Lopen ging ook. Zou ik naar
buiten durven? Moest ik nog wel de trap zien af te
komen. Maar ik kon mijn jas niet eens aan krijgen.
Wat trouwens ook niet nodig was, zo warm had ik het.

Bootstrapping

Nu begon ik te begrijpen wat Schopenhauer en
Nietzsche met "die Welt als Wille" bedoelden.
Ik wilde de trap af. Ik wilde het voetbal zien.
Ik moest trouwens wel alles willen anders zat
ik vast in het domein van mijn zintuigen,
de "Vorstellung". Het was net zoiets als
"bootstrapping" bij een computer, mezelf aan
de schoenveters omhoog trekken, in plaats van
in het BIOS (Basic Input Output System) blijven
ronddwalen. Nee, het ging zelfs nog dieper.
Niet alleen een systeemzaak, ik was ook op
processorniveau aangeland. Opdrachtteller
wordt opdrachtteller plus adreslengte. Een
lus die niet kon worden doorbroken zonder
alles lam te leggen. Simpele opdrachten.

Dimensies



Maar dan op de fiets. Eerst moest ik uit zien te
vinden hoe dat ook al weer ging met de sleutel
en het slot. Ongeveer een half uur. De weg liep
zo gigantisch bergop dat ik niet genoeg snelheid
kreeg om op te stappen. Langs de fiets lopen dan
maar. Achteropkomende auto's gaven het gevoel
van gejaagd te worden door verscheurende beesten.
Dan een stoplicht om een drukke weg over te steken.
Eerst maar eens een aantal cycli afgewacht en
gekeken bij welke kleur de auto's stopten. Dingen
die anders vanzelfsprekend leken moesten door
middel van de trial and error methode getoetst
worden. Niet zo vaak als tijdens het eerste leren,
maar toch... Aan de overkant ging het bergaf.
Fietsen leek mogelijk. Iedere millimeter die ik
vorderde, leek ik door een soort diafragmaopening
naar de volgende millimeter te vallen. Fysiek ervoer
ik hoe "tijd" een dimensie was, niet anders als "ruimte".

Volle Kanne

Tien jaar later kwam ik bij Wolfgang aan.
Het voetbal was al begonnen. Op de bank
zakte ik ongeveer vierendertig lichtjaar in
de kussens. Het voetbal kon ik totaal niet
volgen, want het beeld was uiteengevallen in
bewegende kleurige blokjes, zoals wanneer ze
iemand onherkenbaar proberen te maken. Door
je wimpers kijken hielp ook niet. Als ik naar
Kuno keek, keek ik door zijn huid heen en zag
zijn schedel. Anderen leken een soort maskers
op te hebben, wisselende maskers. En Wolfgang
had een soort een soort stripballonnen, als
hij praatte. Opeens stak iedereen behalve ik
de armen in de lucht. Rudi Völler had gescoord.